2000 en later
Als schilder ben ik begonnen en als schilder zal ik sterven.
Gène Eggen overlijdt begin februari 2000. Sinds de zomer van het jaar ervoor wordt hij met enige regelmaat overvallen door tia’s, maar hij probeert te blijven werken: hij ka n niet anders.
Een week of zes voor zijn dood zet hij nog 8 nieuwe lino’s op, maar aan het steken komt hij nauwelijks meer toe.
In de zomer van 1999, met als aanleiding een door Gene Eggen samengestelde tentoonstelling over de bijbel in de Sint Janskerk in Maastricht lukt het Maurice Nijsten na lang aandringen om een begin te maken met de al zo lang gewenste film over Gène.
Er volgen, op camera, een aantal gesprekken op verschillende locaties, te beginnen met de expo in de Sint Janskerk.
Zijn dood overvalt ook de cineast zodanig dat hij emotioneel niet verder kan met het doorwerken aan de film. De selectie van te tonen werk komt nu neer op de kennis en het inzicht in het oeuvre door zoon Coen. De presentatie van de film vindt uiteindelijk plaats in 2002, onder overweldigende belangstelling. Dan nog op video, later omgezet naar dvd.
Lees meerBij die gelegenheid vindt er een kleine expo plaats, een van de veertien die er in de eerste tien jaar na zijn dood plaatsvinden. Sommige solo, andere als mede-exposant.
Een belangwekkende tentoonstelling is die waarbij, in het museum in Valkenburg, voor het eerst een ruime selectie getoond wordt uit zijn tekenwerk: de voor de hand liggende constante in zijn hele oeuvre, maar nooit eerder bij elkaar gebracht.
In het zelfde museum vindt in 2001 al een expo plaats ter gelegenheid van de posthume 80ste verjaardag van Gène, de 70ste van Sjef Hutschemakers en de 60ste van Robert Brouwers.
In de jaren erna zijn er nog kleinere presentaties in Galerie Schiltaere in Maastricht en Weustenrade, in de Kathedrale kerk in Roermond, in het Limburgs Museum in Venlo, in Meerssen, Eijsden, en Schimmert, en aan huis, in zijn atelier waar van 2007 tot en met 2011 open dagen werden gehouden.
2005 is echter het ultieme jaar als bij gelegenheid van het verschijnen van ‘Traditie is overleven’, het door de publicist Fred van Leeuwen geschreven boek over de ‘Eggenheid’, de wereld waarin Eggen leefde en werkte, in het Gemeentemuseum in Roermond een grote retrospectieve gehouden wordt: een enorm succes, met rond de 650 bezoekers op de opening en een record-aantal bezoekers in de maanden dat de tentoonstelling staat.
De aandacht voor en appreciatie van het werk blijft vrij constant. Oudere generaties verzamelaars en kopers gaan dood, hun kinderen nemen soms afscheid van het werk en via de kunsthandel en veilingen vindt veel werk een nieuwe bestemming.
Tegelijkertijd vindt er een enorme erosie plaats in de samenleving wat de waardering voor en de plaats van kunst betreft. Veel kerken, scholen, maatschappelijke instellingen en andere openbare gebouwen, maar ook bedrijfspanden, worden gesloopt of krijgen andere functies waarbij de aanwezige kunst maar al te vaak het onderspit delft. Als het al niet verplaatst wordt naar een niet-passende locatie gaat het verloren door desinteresse en onwetendheid. Beelden die naar de steenbrekerij of het stort verwezen worden zijn geen uitzondering, brons wordt gestolen, muurschilderingen, mozaïeken en glas-in-loodramen worden met het gebouw vermalen tot puin.
Met de kunst verdwijnt ook de dragende architectuur en loopt het driedimensionale archief van architectuur en kunst onherstelbare schade op.
Nu, in 2022, bij gelegenheid van de uitgestelde overzichtstentoonstelling in Valkenburg, met als aanleiding de 100ste geboortedag van de kunstenaar in 2021, komt deze website in de lucht. Tijdens de expo is een grote hoeveelheid werk ‘doorgegeven’ aan de liefhebbers van zijn werk, met een aantal goede doelen als bestemming voor hun donaties.
Voor velen heeft het werk nog steeds een hoge relevantie. Via de website wordt het beeld van leven en werk van Gène Eggen ook in de toekomst aangevuld.
Documenten
Hierna volgt een selectie uit foto’s, teksten, krantenberichten, recensies, uitnodigingen en affiches van exposities om het leven en werk te illustreren.