1970 – 1979

Een schets typeert het type. Verder werkend krijgt die de vorm van de mens, in zijn uiterlijk en karakter. Nog verder kan het schilderij kunst worden en dan raak je aan de kern en ontstaat een beeld, een gelijkenis met het innerlijk, met de kern. Het is dan geen portret meer maar een openbaring, die niet altijd even prettig kan zijn, maar wel een getuigenis van de mens zoals hij bedoeld is.

De eerste grote retrospectieve van zijn dan al zeer omvangrijke oeuvre kreeg Eggen in 1972, een jaar nadat hij 50 was geworden. Daarvoor had het Cultureel Centrum in Venlo, onder de bezielende leiding van Lei Alberigs, stevig uitgepakt. Het was per saldo een manier om te reflecteren op zijn leven als mens en kunstenaar, maar ook om naar de toekomst te kijken. De jaren 70 brachten hem de ultieme erkenning als kunstenaar die zich religieus engageerde, maar dan op zijn eigen manier en met een heldere visie op de kerk en de kunsten. Nadat hij in opdracht van Mgr. Jo Gijsen voor zijn nieuwe seminarie in Rolduc een kapel had ingericht trok die de aandacht van de toenmalige voorzitter van de Vaticaanse instelling die toezicht hield op de zuiverheid van de liturgische ruimte, kardinaal Joseph Ratzinger, de latere paus Benedictus XVI, die vervolgens ter plekke kwam kijken. 

Lees meer

Werk